Open Monumentendagen 2021

Terug naar Te zien & te doen

In het weekend van 11 en 12 september is het Open Monumentendag. Rijksmuseum Boerhaave organiseert op deze dagen tal van activiteiten.  Het thema van dit jaar is 'Mijn monument is jouw monument'. Toegang tot het museum is tijdens de Open Monumentendagen gratis, maar het reserveren van een tijdslot is wel noodzakelijk.

Instaprondleidingen

Bezoekt u Rijksmuseum Boerhaave? Verrijk uw museumbezoek met een rondleiding. Leer de collectie beter kennen, of bekijk de objecten vanuit nieuwe en verrassende invalshoeken. 

Op beide dagen kunt u aansluiten bij onze instaprondleidingen. We nemen u mee langs onze bijzondere collectie en vertellen tevens over de geschiedenis van het gebouw en het leven van Herman Boerhaave.  

Wanneer: Zaterdag 11 en zondag 12 september, start om 12.00 en om 13.00 uur.

Voor wie: Leuk voor iedereen vanaf 16 jaar. De instaprondleidingen zijn Nederlandstalig. De rondleidingen zijn vrij toegankelijk op vertoon van een geldig entreebewijs. Let op; er is wel een beperkte capaciteit, vooraf inschrijven is niet mogelijk.

Junior museum experts

Stichting Jeugd en Samenleving Rijnland (JES) werkt vanuit de overtuiging dat kinderen gelijke rechten hebben op kansen; in het onderwijs en in de samenleving. Samen met Rijksmuseum Boerhaave organiseren we daarom elke zondag WeekendKlas. De kinderen krijgen dan les van inspirerende gastsprekers over verschillende thema’s. Ze leren goed samenwerken, debatteren en presenteren. Een aantal WeekendKlassers zullen op zondag 12 september over hun favoriete museumobjecten vertellen! Zoek ze op in de museumzalen en daar vertellen ze je precies waarom dit object niet alleen voor het museum bijzonder is, maar ook voor hen persoonlijk.

Wanneer: zondag 12 september van 11.00 tot 12.30 uur. Tussendoor hebben de kinderen een korte pauze van 11.45 tot 12.00 uur.

Voor wie: Leuk voor iedereen vanaf 10 jaar. Dit onderdeel is Nederlandstalig en is vrij toegankelijk op vertoon van een geldig entreebewijs. 

Lezing Jan Dröge - Bouwen voor besmettelijke ziekten in Leiden

In Leiden zijn veel sporen te vinden van bouwwerken die naar aanleiding van besmettelijke ziektes en pandemieën gebouwd zijn. Bouwhistoricus en Leidenaar Jan Dröge zet ze uiteen en vertelt hoe aan de architectuur van deze bouwwerken te zien is waarvoor ze bedoeld zijn. Zelfs ons eigen museumgebouw heeft hier in het verleden een rol in gespeeld.

In de middeleeuwen was de zorg voor zieken en bejaarden vooral een taak van geestelijke instellingen. Zo is van de Leidse Cellebroeders bekend dat zij de pestslachtoffers verzorgden en de doden begroeven. Ook in het St.-Catharinagasthuis was gebouw ingericht voor het verzorgen van de slachtoffers van besmettelijke ziekten. Na de Hervorming kwamen de gebouwen in handen van de stad. Ook de gezondheidszorg werd daarmee een stedelijke aangelegenheid. Het oude gasthuis bleek al snel te klein, waarna in de gebouwen van het St.-Caeciliaklooster in 1600 een nieuwe accommodatie tot stand kwam voor de verzorging van ‘pestlijders’.

Lezing Jan Dröge OMD

De pestuitbraak van 1635 met als gevolg duizenden doden in Leiden noodzaakte het stadsbestuur tot de bouw van een nieuw en aanzienlijk groter complex. Buiten de stad kwam op een speciaal daarvoor aangekocht terrein eerst een houten noodpesthuis tot stand. Met een nieuw stenen pesthuis was al rekening gehouden, want bij de aanleg was daarvoor een groot vierkant terrein gereserveerd. De pestepidemie van 1655 was aanleiding voor de bouw van een grote permanente accommodatie: het pesthuis zoals we dat nog steeds kennen. Helaas was het gebouw pas gereed nadat de ziekte was uitgewoed. Het zou nooit meer voor de beoogde functie worden gebruikt.

In later tijd maakten andere besmettelijke ziekten, zoals de cholera, de bouw van speciaal daarvoor bestemde inrichting, noodzakelijk. In het oude ‘Nosocomium’ (voorloper van het Academisch Ziekenhuis) aan de Oude Vest was daarvoor al ruimte ingericht. In 1867 begon op het bolwerk aan de Morssingel de bouw van een nieuw Academisch Ziekenhuis. De westelijke vleugel was bestemd voor besmettelijke zieken, terwijl in de tuin daarachter nog eens drie afzonderlijke barakken tot stand kwamen. Wat is hier vandaag de dag nog van te zien? Volg de lezing om er achter te komen.

Jan Dröge (1953) studeerde bouwkunde en restauratie in Delft en kunstgeschiedenis in Leiden en is bijna 40 jaar werkzaam als zelfstandig bouwhistoricus. Hij koestert een meer dan gewone belangstelling voor de bouwhistorie in Leiden.

Wanneer: Zondag 12 september van 15.00 tot 16.00 uur

Voor wie: Leuk voor iedereen vanaf 16 jaar. De lezing is Nederlandstalig. De lezing is vrij toegankelijk op vertoon van een geldig entreebewijs. Let op: er is een beperkte capaciteit, vooraf inschrijven kan via het formulier hieronder. Er is ook een livestream beschikbaar om op afstand online mee te kijken.

Helaas de lezing in het museum is vol, het is nog wel mogelijk je aan te melden voor de livestream.

Meld je aan voor de livestream

Velden met * zijn verplicht

Zoek op