Ijzeren long
4 min
Voor de komst van het poliovaccin in 1954 was de ijzeren long een levensreddende machine voor patiënten met verlammende ademhalingsproblemen. In de jaren vijftig produceerde Philips deze imposante apparaten, waarin poliopatiënten soms weken moesten doorbrengen om te overleven.
Voordat Dr. Salk in 1954 het vaccin tegen polio ontdekte, was de ziekte levensbedreigend, vooral voor kinderen. De enige manier om deze verlammende ziekte te overleven was om verpleegd te worden in een grote beademingsmachine, ook wel bekend als een ijzeren long. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw produceerde Philips deze ijzeren longen, waarin patiënten soms weken moesten doorbrengen.
Gedurende de twintigste eeuw begonnen machines steeds vaker de functies van falende organen of lichaamsdelen over te nemen. De ijzeren long was een van deze machines, speciaal ontworpen om poliopatiënten in leven te houden. De patiënt werd door een zijdeur in de ijzeren long geplaatst, waar de verpleegkundige toegang had voor de dagelijkse zorg. In oude video's is te zien hoe de patiënt met het hoofd buitenboord op een kussen lag, op een rubberen mat, en via spiegels kon zien wat er om hem heen gebeurde. De drukwisselingen in de cabine vereisten een stevige constructie van 1,5 mm dikke staalplaten.
Kunstmatige ademhaling
De ijzeren long fungeerde eigenlijk als een drukkamer waarin de patiënt vanaf de nek lag. Een blaasbalg zorgde voor afwisselende luchtdruk, waardoor de borstkas van de patiënt werd ingedrukt en weer kon uitzetten. Op deze manier werd kunstmatige ademhaling op gang gehouden totdat de patiënt zelf weer kon ademen. Dit kon weken tot maanden duren.