Verlostangen & handhygiëne
6 min
Handen wassen, handen wassen, handen wassen! Deze boodschap klinkt ons nu zeer bekend in de oren als een van de maatregelen die helpen om besmettelijke ziekten te bestrijden. Maar deze vanzelfsprekende kennis heeft een lange en soms ook lugubere geschiedenis.
Verloskundige oefenpop
Om de ontdekking van handhygiëne te begrijpen, moeten we teruggaan naar de zeventiende eeuw, naar de grondleggers van de verloskunde. Een van deze pioniers was William Smellie (1697-1763), die zijn opleiding volgde in Glasgow en Parijs en vervolgens zijn eigen praktijk begon in Londen. Hij ontwikkelde "machines" waarop zijn studenten verloskundige ingrepen konden oefenen, wat we nu verloskundige oefenpoppen zouden noemen.
Smellie ontwierp ook tangen voor tangverlossingen, hoewel hij de voorkeur gaf aan natuurlijke bevallingen en de tang zo min mogelijk gebruikte. Hij bekleedde de tangen met leer om ze comfortabeler te maken voor de moeders. Deze praktijken, hoewel niet erg hygiënisch, werden destijds toegepast zonder kennis van bacteriële besmettingen.
Kraamvrouwenkoorts
In de negentiende eeuw in Wenen werkte de Hongaarse arts Ignaz Semmelweis in een academisch ziekenhuis. Hij ontdekte dat het aantal gevallen van kraamvrouwenkoorts op de afdeling waar medische studenten werkten hoger was dan op de afdeling van vroedvrouwen. Hij concludeerde dat het wassen van handen met bleekwater het aantal gevallen van kraamvrouwenkoorts drastisch verminderde, hoewel dit niet populair was vanwege de pijnlijke gevolgen van het bleekwater.
Erkenning
Semmelweis' ontdekking werd aanvankelijk slecht ontvangen door zijn collega's en leidde uiteindelijk tot het verlies van zijn baan en een mentale inzinking. Pas na zijn dood kreeg hij erkenning voor zijn werk, toen bacteriën werden ontdekt als ziekteverwekkers. Tegenwoordig hebben we gelukkig pijnloze desinfecterende gels, waardoor het wassen van handen met chloorwater tot het verleden behoort.