Het verborgen verleden van actrice Jennifer Hoffman
Actrice en presentatrice Jennifer Hoffman ging in het televisieprogramma Verborgen verleden op zoek naar haar familiegeschiedenis. Om meer over haar overgrootvader Albertus Cornelius Antonius Hoffman te weten te komen, bracht Jennifer een bezoek aan het depot van Rijksmuseum Boerhaave. Tijdens haar zoektocht stuitte ze op een ware kwestie Hoffman. Hieronder nemen we je mee in de zoektocht naar het verborgen artsenverleden van de familie Hoffman.
Om meer te weten te komen over haar familiegeschiedenis brengt actrice Jennifer Hoffman een bezoek aan het depot van Rijksmuseum Boerhaave. Daar vertelt medisch conservator Mieneke te Hennepe haar meer over het leven van haar overgrootvader Albertus Cornelius Antonius Hoffman. Hij was arts aan het begin van de vorige eeuw. Als eerste toont conservator Mieneke het in memoriam van A.C.A. Hoffman, de profeet van Gouda, waarin het volgende is te lezen:
“Met Hoffman is een persoonlijkheid, een figuur heengegaan. Een groote rol heeft hij gespeeld in de Katholieke beweging, in de politiek en in de maatschappij. Goed redenaar, geloovig Katholiek, vurig van temperament, man van energie, van groote wilskracht, stoere werker, onvermoeid, moest deze man slagen, in datgene wat hij zich ten doel stelde. Tallooze functies heeft hij bekleed en hij deed dit alles met toewijding en liefde. Hij was mede-oprichter van de Vereeniging van homoeopathische geneesheeren.” (…) “Even vaardig in het debat, even goed en vlot was zijn pen. Dozijnen boekjes en brochures, honderden persartikelen en vele tijdschriftartikelen op geneeskundig, kerkelijk en politiek gebied hebben het licht gezien.” (…) “Men moge in velerlei opzicht met zijn meeningen op geneeskundig en sociaal gebied het niet eens zijn geweest, een feit staat vast, namelijk dat deze kleine man met heldere, schitterende oogen zijn gansche leven gestreden heeft tot het verkrijgen van datgene, wat hij naar innige overtuiging als goed en noodzakelijk beschouwde. Duizenden in den lande zullen den profeet uit Gouda niet vergeten en zijn nagedachtenis in hooge eere houden. Hij ruste zacht.”
Hierna toont conservator Mieneke een portretfoto van Jennifers’ overgrootvader Albertus Cornelius Antonius Hoffman. De foto uit de museumcollectie toont de man zo’n 25 jaar nadat hij zijn artsdiploma aan de Universiteit van Amsterdam verwierf. Intrigerend is dat overgrootvader Hoffman een regulier opgeleide arts was, maar zich tegelijkertijd heel duidelijk en zeer uitgesproken bezighield met homeopathie en wondergenezingen. In Nederland krijgt de homeopathie pas vrij laat voet aan de grond, pas aan het einde van de negentiende eeuw. De carrière van overgrootvader Hoffman laat goed zien hoe de grenzen tussen reguliere en niet reguliere geneeskunde constant opnieuw werden gedefinieerd, bevochten en bevestigd in hun tijd.
Homeopathie vs. geneeskunst
Zo bracht Jennifers’ overgrootvader verschillende publicaties uit waarin hij voorbeelden van wondergenezingen beschrijft. Een voorbeeld gaat over de Vlaamse Pieter de Rudder die tijdens zijn werk wordt geraakt door een vallende boom. Hij breekt zijn voet en zijn voet komt vrijwel volledig los van zijn been. De artsen zeggen dat zijn been geamputeerd moet worden, maar Rudder weigert en besluit een bedevaart te maken. In Oostakker dompelt hij zijn been in het water en van het een op andere moment groeien zijn botten weer aan elkaar. Een ander voorbeeld gaat over mevrouw Rouchel. Ze lijdt aan lupus en had allerlei wonden en veretteringen in haar gezicht. Ook zij maakt een bedevaart, naar Lourdes, en zodra ze het water over haar gezicht gooit, verdwijnen de puswonden en gaten, en veranderen ze in littekens.
Wat Hoffman met deze voorbeelden wil aantonen is dat deze genezingen door de huidige officiële geneeskundige wetenschap niet kunnen worden verklaard, maar dat dit niet hoeft te betekenen dat ze niet waar kunnen zijn. zo schrijft hij als PRO in de publicatie “Pro en Contra" Betreffende Vraagstukken van Algemeen Belang De genezingen te Lourdes (1907): “Is er verband tusschen de verschijningen van Bernadette, de ontwelde bron en de wondervolle genezingen? God alleen is alwetend. Maar die genezingen zelve kunnen, naar mijne bescheiden persoonlijke meening, niet worden verklaard in haar geheel door de huidige geneeskundige wetenschap. Zouden zelfs heden door hare leerlingen niet kunnen worden geduid.
Albertus Cornelius Antonius Hoffman had dus een zeer uitgesproken mening, maar dit werd hem niet altijd in dank afgenomen. Zo mocht Hoffman in eerste instantie geen lid worden van de lokale Goudse afdeling van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. Dat werd zelfs een kwestie die in de kranten de ‘kwestie Hoffman’ genoemd werd. Hij schreef er zelf ook veel over en uiteindelijk lukte het hem aan het begin van de twintigste eeuw om alsnog lid te worden.
Levenswekker
Vervolgens toont conservator Mieneke een aantal instrumenten die Hoffman als homeopathisch arts ook had, zoals een zogenoemde levenswekker. Dit langwerpige instrument heeft een aantal spelden in zich. Door de dop van het instrument af te schroeven worden de spelden zichtbaar. In de steel van de levenswekker kan de arts de spelden heen en weer laten glijden. Met het idee dat met het prikken de slechte stoffen uit het lichaam verwijderd zouden worden.
Homeopathische huisapotheek
Tot slot toont conservator Mieneke een ander hulpmiddel voor homeopathische artsen; het homeopathische huisapotheekje. Dat is een klein doosje met daarin kleine flesjes met pilletjes en in het deksel een lepeltje om de pillen uit de flesjes te halen.
Meer artsen in de familie
Voorafgaand aan het bezoek van Jennifer aan het museumdepot, ging ze op visite bij haar vader die meer vertelde over haar grootvader. Opa Ed was huisarts in Berlicum. Samen met zijn vrouw, Jennifers’ oma, hadden ze een huisartsenpraktijk aan huis. Oma Hoffman stond in de apotheek waar ze zelf haar medicijnen maakte. Het zelf maken van medicijnen is lange tijd gebruikelijk geweest voor apothekers. Zo gebruikten apothekers in de zeventiende eeuw zogenoemde simplicia, dat zijn farmaceutische grondstoffen om geneesmiddelen mee te bereiden. In de lade op de foto zijn diverse van deze ingrediënten te zien. De lade is onderdeel van een grote verzameling simplicia afkomstig van de Amsterdamse stadsdokter Hendrik de Bosch (1720-1777).
Ook in de negentiende eeuw kocht de apotheker nog zelf ingrediënten en maakte hier zelf een kneedbare massa van. De apotheker verwekte de massa zelf tot poeder, pil of drank. Met een pillenplank rolde hij of zij de pillenmassa tot slangetjes die met het losse mes in gelijke stukjes werden verdeeld.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werden artsen verplicht om zich aan te melden bij de zogenaamde Artsenkamer, een beroepsvereniging opgericht door de Duitsers om greep te houden op de artsen. Veel artsen weigerden lid te worden, zo ook opa Hoffman. Na de oorlog kregen artsen daarvoor een penning. In de uitzending werd de penning getoond die opa Hoffman had gekregen. In de museumcollectie bevindt zich ook een dergelijk exemplaar. Op de messing penning staat aan de voorzijde het opschrift rond een slang die een hakenkruis kapot bijt: “Alleen een vrij man kan een goed geneesheer zijn.”
De uitzending van Verborgen verleden met Jennifer Hoffman werd vrijdag 24 april 2020 door de NTR op NPO2 uitgezonden.