Onvoorstelbaar

Terug naar Columns

“Van alle wonderbaarlijke dingen die ik in de natuur heb gezien, was dit wel het allerwonderbaarlijkste.” Dat schreef Antoni van Leeuwenhoek zo’n 350 jaar geleden in een brief aan de Royal Society in Londen, die nu te zien is in de tentoonstelling Onvoorstelbaar in Rijksmuseum Boerhaave.

Hij doelde op micro-organismen die hij ontdekte in het water van het Berkelse Meer bij Delft dat hij onder zijn zelfgemaakte microscoop bekeek. Waar andere microscopen in die tijd maar ongeveer 30 keer vergrootten, vergrootte zijn microscoop tot wel bijna 300 keer. Daardoor ging er een totaal nieuwe wereld open die nog nooit iemand gezien had. Hij beschreef dat er in een druppel water wel duizenden levende schepsels zaten. In 1676 was hij de eerste die een bacterie zag. Daarmee is hij de grondlegger van de microbiologie. 150 Jaar lang waren Van Leeuwenhoeks microscopen de beste. Pas in de negentiende eeuw werden er betere microscopen ontwikkeld.

Ter ere van hem, wordt vanaf 1875 -ongeveer een keer per 10 jaar- de Antoni van Leeuwenhoek-medaille uitgereikt voor internationaal toonaangevende prestaties in de microbiologie. Belangrijke wetenschappers die de prijs mochten ontvangen, zijn Louis Pasteur en Martinus Beijerinck. Deze maand reikte de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Microbiologie de medaille uit aan professor Jillian Banfield van de Universiteit van Californië. Zij is de eerste vrouw die de prijs ontvangt na veertien mannen. Ook zij gebruikt een innovatief instrument dat haar in staat stelt om nieuwe ontdekkingen te doen. Net als Van Leeuwenhoek veranderde ze de microbiologie daardoor drastisch. Ze is de grondlegger van 'metagenomics' waarmee ze een mengsel van micro-organismen op het spoor kan komen door genetisch materiaal te bekijken. Daarbij heeft ze bijvoorbeeld totaal nieuwe takken van de levensboom ontdekt. 

Elk nieuw, innovatief instrument is een venster op een totaal nieuwe wereld. Het steeds beter kunnen bekijken en ontdekken van de microwereld is een wonderbaarlijk en plezierig avontuur waar we tot op de dag van vandaag nog niet op uitgekeken zijn.  

Amito Haarhuis, Directeur Rijksmuseum Boerhaave

Deze column verscheen dinsdag 25 april 2023 in De Telegraaf

Zoek op