Rondom Saturnus zijn tientallen nieuwe manen ontdekt

Terug naar Columns

Een internationaal team van sterrenkundigen onder leiding van dr. Edward Ashton heeft met de Canada-France-Hawaii Telescope in Hawaii 62 nieuwe manen rond Saturnus ontdekt. Daarmee komt het totale aantal op 146 en is Saturnus in ons zonnestelsel de planeet met de meeste manen.

In februari van dit jaar was Jupiter nog de koploper toen er 12 nieuwe manen rond die planeet werden ontdekt, waarmee het totaal op 92 kwam. De nieuw ontdekte manen zijn heel klein en hebben een doorsnede van maar een paar kilometer. 

Wetenschappers hadden al verwacht dat Saturnus met een inhaalslag zou komen. Saturnus is vanaf de aarde een stuk verder weg dan Jupiter, waardoor het moeilijker is om de kleinste manen waar te nemen. Bij Jupiter waren alle manen groter dan 1 kilometer doorsnede al ontdekt, maar bij Saturnus waren er tot voor kort nog geen manen bekend met een doorsnede van minder dan 3 kilometer.

De ontdekkingen werden al tussen 2019 en 2021 gedaan, maar worden deze maand bevestigd door de wetenschappelijke autoriteiten van de International Astronomical Union. 

De geschiedenis herhaalt zichzelf. De allereerste manen van Jupiter en Saturnus werden ongeveer vier eeuwen geleden ontdekt. Net zoals dat nu het geval is, werden de manen van Jupiter als eerste ontdekt. In 1610 ontdekte Galileo Galilei met een telescoop, die kort daarvoor in Nederland was uitgevonden, de vier grootste manen van Jupiter: Io, Europa, Ganymedes en Callisto. 

De eerste en helderste maan van Saturnus, Titan, werd enkele tientallen jaren later ontdekt door misschien wel de belangrijkste geleerde die de Republiek in de zeventiende eeuw heeft voortgebracht: Christiaan Huygens. Op een koude winternacht in 1655 begon hij met een zelfgemaakte telescoop aan een maandenlange observatie van Saturnus vanuit het dakraam van zijn woonhuis in Den Haag. De ontdekking van Titan en andere sterrenkundige waarnemingen maakten dat Huygens, nog maar 26 jaar oud, uitgroeide tot een ‘internationale ster’.

Amito Haarhuis, Directeur Rijksmuseum Boerhaave

Deze column verscheen dinsdag 23 mei 2023 in De Telegraaf

Zoek op