Nederland bouwt de scherpste MRI-scanner ter wereld

Terug naar Columns

Over drie jaar staat in Nederland de scherpste MRI-scanner ter wereld. MRI staat voor ‘Magnetic Resonance Imaging’. Met krachtige magneetvelden maakt een MRI-scanner beelden op basis van de waterstofatomen in ons lichaam.

De MRI-scanners staan over het algemeen in ziekenhuizen, waar patiënten erin geschoven worden om onderzoek te doen aan bijvoorbeeld hun hersenen, organen, gewrichten, spieren of pezen. Omdat de verschillende onderdelen waaruit ons lichaam is opgebouwd allemaal een verschillende hoeveelheid water hebben, geven ze een ander signaal af. Hierdoor kan er een gedetailleerd beeld worden opgebouwd, en een diagnose worden gesteld.

Hoe komt het dat wij de meest nauwkeurige MRI-scanner ter wereld krijgen? Eens in de twee jaar stelt de Rijksoverheid via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) geld ter beschikking om de wetenschappelijke infrastructuur te versterken. Een paar weken geleden ontving het zogenoemde Dynamic-consortium een subsidie van 19 miljoen euro om de MRI-scanner te bouwen. Dit Nederlandse consortium van zeven partners heeft gezamenlijk de zeer hoogwaardige technologische kennis om dit te kunnen realiseren. Deze MRI-scanner is specifiek bedoeld voor wetenschappelijk onderzoek, waardoor we bijvoorbeeld de werking van ons brein beter kunnen gaan begrijpen. Daarom komt hij ook in Nijmegen te staan waar het Donders Instituut voor hersenonderzoek al gevestigd is. Maar wetenschappers uit heel Nederland, en zelfs de hele wereld, kunnen er straks gebruik van maken.

Dit soort apparaten is onder anderen zo duur en groot vanwege de met vloeibaar helium gekoelde elektromagneten die erin zitten. Rijksmuseum Boerhaave heeft op dit moment een prototype van een kleine draagbare MRI-scanner in bruikleen van het LUMC die met vaste magneten werkt. Daardoor kan die klein en goedkoop zijn. Nadeel is dat de kwaliteit van de beelden minder gedetailleerd is. Maar bij deze MRI-scanner worden de beelden verder ‘ingevuld’ met behulp van kunstmatige intelligentie. Hierdoor kunnen ook ontwikkelingslanden over deze technologie beschikken; in dit geval om kinderen met een waterhoofd te behandelen. Groter is dus niet altijd beter.  

Amito Haarhuis, Directeur Rijksmuseum Boerhaave

Deze column verscheen dinsdag 7 maart 2023 in De Telegraaf

Zoek op