Stem Nobelprijswinnaar na 100 jaar tot leven gewekt

Terug naar Columns

De rillingen gingen door mijn lijf vorige week toen conservator Bart Grob mij het stemgeluid liet horen van de Leidse hoogleraar Willem Einthoven dat na 100 jaar weer tot leven was gebracht. Zo’n ontdekking doe je niet elke dag. Het is het oudst bewaarde stemgeluid van een Nederlandse Nobelprijswinnaar. En de manier waarop het stemgeluid is teruggehaald, is een knap staaltje werk op zich.

Aan Willem Einthoven (1860-1927) hebben we het hartfilmpje (elektrocardiogram of ECG) te danken. Dankzij een apparaat dat hij al in 1901 ontwikkelde (de snaargalvanometer) konden elektrische stroompjes in het hart worden gemeten, waardoor de hartslag kon worden geregistreerd. Dit maakte het mogelijk om hartritmestoornissen op het spoor te komen. In 1924 was hij de eerste Nederlander die hiervoor een Nobelprijs voor de Geneeskunde kreeg.

Zijn stemgeluid is teruggevonden op een rol, gemaakt van was, die afkomstig is uit het laboratorium van Einthoven en bewaard wordt in het depot van Rijksmuseum Boerhaave. Op de wasrol uit 1921 is zijn stemgeluid bewaard op een vergelijkbare manier als de groeven in een vinyl langspeelplaat. De stem is opgenomen door een voorloper van de dictafoon, een zogenoemde parlograaf. Dit apparaat werd met name gebruikt in kantoren om brieven te dicteren die vervolgens konden worden uitgetypt. Met behulp van audio-archeoloog Tim de Wolf van het Bureau voor Audio Archeologie is het gelukt om het stemgeluid af te spelen en op een moderne manier te registreren.

In het museum kun je Einthoven’s snaargalvanometer en de gouden Nobel medaille die hij er voor kreeg al zien. Daarnaast hadden we alleen foto’s en geschriften van de man. Het stemgeluid is een prachtige aanvulling op het medisch erfgoed dat daarmee nog tastbaarder wordt. Het is bijna alsof Willem Einthoven naast je in de kamer staat. Op het bewuste fragment dicteert hij een brief in het Duits. Als je benieuwd bent, kun je het geluid beluisteren via de website van het museum. 

Amito Haarhuis, Directeur Rijksmuseum Boerhaave

Deze column verscheen dinsdag 15 november 2022 in De Telegraaf

Zoek op