De Leidse Sphaera
Steven Tracy, ca 1670
De Leidse sphaera is een model van het zonnestelsel aangedreven door een uurwerk, dat laat zien hoe de planeten om de zon draaien. Het is dus een heliocentrische (Helios = zon) voorstelling van de kosmos, en het volgt daarin de ideeen van de Poolse geleerde Nicolaus Copernicus. Deze publiceerde in 1543 de theorie dat niet de aarde - zoals toen algemeen werd aangenomen - maar de zon het centrale hemellichaam was waar de planeten omheen draaiden.
In de eeuw die daarop volgde bevestigden astronomische waarnemingen keer op keer de theorie van Copernicus, zodat halverwege de zeventiende eeuw het heliocentrische beeld van de kosmos door de meeste sterrenkundigen wel geaccepteerd werd. Nu de rest van de wereld nog.
Dat vond ook de vooraanstaande Rotterdammer Adriaen Vroesen, burgemeester vanaf 1669. Vroesen had contacten in vooruitstrevende filosofische en wetenschappelijke kringen, en misschien hebben die hem wel geinspireerd om dit uitzonderlijke planetarium te laten maken. Het model stond waarschijnlijk opgesteld in zijn huis, waarmee Vroesen zich niet alleen afficheerde als een rijk man, maar ook als iemand die op de hoogte was van de modernste wetenschappelijke denkbeelden. Dat een planetarium, als voorstelling van de ordening van het heelal, ook nog eens kon dienen als een symbool van macht en aanzien, was natuurlijk mooi meegenomen.
Planetarium "de Leidse sphaera", S. Tracy, 1665-1672 (collectie Rijksmuseum Boerhaave V09619)
Bouwer van de sphaera was de Rotterdamse klokkenmaker van Britse afkomst Steven Tracy (? - 1703). Met de hulp van de wiskundige Nicolaes Stampioen (1639-1721) bouwde Tracy een technisch huzarenstukje, waarin een slingeruurwerk (zo’n tien jaar eerder uitgevonden door Christiaan Huygens) niet alleen de toen bekende planeten rond de zon liet bewegen, maar ook nog eens onze maan en vier manen van Jupiter om hun moederplaneten liet draaien. Schuine excentrische kammen bootsten de elliptische banen van de echte planeten na. Adriaen Vroesen heeft niet lang plezier gehad van zijn planetarium. In 1672 viel hij in politieke ongenade en moest hij uitwijken naar het buitenland. Het planetarium kwam in bezit van zijn rivaal en opvolger, wiens erfgenamen het model in 1710 aan de Leidse universiteit schonken. Een gravure uit 1714 laat zien dat de sphaera - vanaf toen dus de Leidse sphaera - werkend en wel in de universiteitsbibliotheek stond opgesteld en als een toeristische bezienswaardigheid werd aangeprezen.
Deze nieuwe situatie was echter niet zonder problemen: de enigszins wiebelige planken vloer waarop de sphaera was geplaatst veroorzaakte voortdurend schade aan het klokmechanisme en maakte vele reparaties noodzakelijk. In 1826 besliste de nieuwe directeur van de Leidse sterrewacht, Frederik Kaiser, dat het welletjes was. De Leidse sphaera werd uit actieve dienst genomen en op zolder opgeslagen, om er pas in 1868 weer uit te komen - ditmaal als museumstuk, eerst in de hal van de nieuwe sterrenwacht en vanaf 1931 in de voorloper van Rijksmuseum Boerhaave, het museum voor de geschiedenis der natuurwetenschappen.
Detail van de "de Leidse sphaera", S. Tracy, 1665-1672 (collectie Rijksmuseum Boerhaave V09619)
Een laatste drama overkwam de Leidse sphaera in december 1944, toen een vliegtuigbom het museum trof en onder meer het planetarium zwaar beschadigd raakte. Direct na de oorlog vond een wat onbesuisde herstelactie plaats, waarbij de tekens van de dierenriem in omgekeerde volgorde op de sphaera werden gemonteerd. Bij een grondige restauratie door het museum in 2013-2015 is de sphaera nog eens goed schoongemaakt, van een authentieke schellaklaag voorzien en zijn missende onderdelen vervangen zodat het planetarium meer dan ooit een van de pronkstukken van Rijksmuseum Boerhaave genoemd kan worden. De ‘verkeerde’ dierenriem bleek echter niet meer te herstellen.
Tim Huisman