Onlangs nam Rijksmuseum Boerhaave een viertal eenvoudige demonstratiemicroscopen op in de collectie. Ze moeten door heel wat meisjeshanden zijn gegaan. Wat waren hun ambities? Waarvan droomden ze? Waaraan dachten ze als ze door het oculair tuurden?
De microscopen dateren uit het laatste kwart van de negentiende eeuw. Schuif een glaasje met het preparaat tussen de klemmetjes aan de onderkant van de buis (bij de toetervormige exemplaren eerst de dop van de onderkant verwijderen), houd de microscoop tegen het licht, stel scherp door de buis uit te trekken of in te duwen, en de uiencellen of de muggenvleugel verschijnen haarscherp in beeld.
Recent verworven microscoopjes van de Leidse meisjes-hbs
In 1881, in de tijd dat deze instrumenten op de markt kwamen, werd de Leidse Middelbare School voor Meisjes opgericht, vanaf 1883 gevestigd aan de Garenmarkt, en in 1925 opgesierd met een hbs-afdeling (hbs staat voor Hogere Burger School). Kort voor deze laatste toevoeging nam de school een nieuwe, jonge amanuensis in dienst: Freek Mugge. Hij bleef dat meer dan veertig jaar lang. Op een zeker moment nam Mugge de kennelijk in onbruik geraakte microscoopjes mee naar huis. Via zijn nakomelingen belandden ze in de museumcollectie, waar zich al enkele andere objecten van dezelfde meisjesschool bevonden.
Freek Mugge
De microscoopjes zijn de stille getuigen van de voorzichtige opmars van de vrouw in het maatschappelijke leven, en in de wetenschap in het bijzonder. Die opmars had een stevige impuls gekregen door de Wet op het middelbaar onderwijs uit 1863. Deze wet, een creatie van de staatsman Rudolf Thorbecke, riep zowel de middelbare meisjesschool als de de hbs in het leven.
De microscoopjes zijn de stille getuigen van de voorzichtige opmars van de vrouw
Onderwijsvernieuwing
De Wet op het middelbaar onderwijs was de eerste nationale regeling voor middelbaar onderwijs. Dit onderwijs richtte zich op de burgerklassen. De Hogere Burger School is er de bekendste exponent van. Algemene vorming voor aankomende boekhouders, ondernemers of belastinginspecteurs was het doel. Minder bekend is dat de wet ook de Middelbare Meisjes School (mms) in het leven riep. Op papier dan, want de overheid bemoeide zich niet met de daadwerkelijke oprichting van dergelijke scholen, dat liet ze over aan het particuliere initiatief - zoals dat van de Leidse bevolking in 1881.
Meisjes-hbs aan de Garenmarkt in Leiden
De burgerscholen boden baanbrekend onderwijs. Op het al bestaande gymnasium overheersten de klassieke talen, die jongeren van hogere komaf op de universiteit voorbereidden. Het hbs en de mms boden juist ‘realistische’ vakken zoals moderne talen, economie en de natuurwetenschappen. Richtte het gymnasium zich op het domein van de geest, de burgerscholen stonden midden in het leven. Goed ingerichte practicumlokalen voor de natuurwetenschappen maakten het voor de scholieren mogelijk deze wereld zelf, op wetenschappelijke basis, te aanschouwen. En daar waren bijvoorbeeld microscopen bij nodig.
Onderwijs op niveau was niet langer voorbehouden aan jongens uit de hogere klassen. Maar ze konden nog zo hun best doen, de meiden van de Leidse meisjesschool, een glansrijke maatschappelijke carrière lachte hen in de regel niet toe. Aan de universiteiten waren amper vrouwelijke professoren (in 1948 waren het er welgeteld elf). Wie de wetenschap in stroomde deed dat bij bijvoorbeeld als ‘computer’, iemand die ingewikkelde berekeningen uitvoerde in sterrenwachten of mathematische centra voor degenen die de ‘echte’ wetenschap bedreven. Trouwen was helemaal funest voor een arbeidzaam bestaan – het huwelijksbootje voer de bruid regelrecht weg van de arbeidsvloer.
Het studieprogramma van de middelbare school bereidde de vrouw in de eerste plaats voor op de toekomstige gezinstaken. Meetkunde bevorderde het gevoel van efficiency, biologie hielp het lichaam beter te leren kennen – belangrijk voor lichamelijke verzorging. Daarnaast was ook beroepsopleiding een doel. Wie nog ongehuwd was, of helemaal niet zouden trouwen, moest haar eigen boterham kunnen verdienen met een banen die passend voor de vrouw werd geacht, zoals lerares, apotheker of – wie weet – computer. Zouden de meiden dit in hun achterhoofd hebben gehad tijdens het microscopieprakticum?
En de Leidse meisjesschool? Freek Mugge zal nog hebben gezien hoe er vanaf 1965 de eerste jongens binnenwandelen. De meisjesschool veranderde in die tijd in een genderneutrale scholengemeenschap, die naam Louise de Coligny Scholengemeenschap droeg.
Freek Mugge
In 1968 hielden maakten de hbs – volgens velen nog altijd ‘de beste school van Nederland’ – en de mms na de invoering van de Mammoetwet plaats voor havo en vwo. Na enkele fusies en een verhuizing naar de Kagerstraat, kreeg de school de naam die ze nog altijd voert: Da Vinci College. Daar turen tijdens de biologielessen nog altijd meisjes door microscopen. In tegenstelling tot hun voorgangsters ligt de wereld aan hun voeten. Vooruit meiden, droom verder, en maak er wat van!
Verder lezen
- Mineke van Essen, Opvoeden met een dubbel doel: twee eeuwen meisjesonderwijs in Nederland (Amsterdam 1990)
- Roelof Bouwman & Henk Steenhuis, Wij van de HBS. Terug naar de beste school van Nederland (Amsterdam 2017)
- Een recente bundeling van artikelen over de hbs verscheen in Studium 10 (2018) onder redactie van David Baneke en Ad Maas: https://www.gewina-studium.nl/586/volume/10/issue/3/
- Gedenkboek Louise de Coligny-H.B.S., Gemeentelijk H.B.S. voor meiden, te Leiden (Leiden 1963)
De microscoopjes zijn in de collectie terug te vinden onder de inventarisnummer: V35042-V35045.