door Mieneke te Hennepe
In 1795 onderzocht geneesheer Joachim Bodel hoe een vaccinatiepok zich op de arm van een jongetje ontwikkelde. Zijn tekeningen over de pokkenvaccinatie zijn te zien in de tentoonstelling Besmet! in Rijksmuseum Boerhaave. In die tentoonstelling is ook het historische bericht ‘Smallpox is dead!’ uit 1980 te lezen - de aankondiging dat de pokken de wereld uit waren. Tussen de tedere tekeningen van dokter Bodel en de wereldwijde uitroeiing van de pokken zit bijna tweehonderd jaar. Twee eeuwen aan onderzoek, vaccinatiecampagnes, pokkenuitbraken, voor- en tegenspoed, vallen en opstaan.
De geschiedenis laat zien dat pandemieën grote gevolgen hebben op de langere termijn. Die langdurige impact, zowel economisch als voor de gezondheidszorg, laat zich lastig voorspellen. Historici hebben uitgebreid laten zien wat de gevolgen waren van bijvoorbeeld de Spaanse griep. De geschiedenis is weliswaar geen glazen bol, maar inzichten uit het verleden kunnen ons wel laten nadenken over de ‘wat als?’ vragen voor de huidige pandemie. Ik bespreek drie vragen aan de hand van bijzondere objecten uit de collectie van Rijksmuseum Boerhaave.
1 Wat als het ‘einde’ van een pandemie onduidelijk is?
In zijn boek ‘The Great Influenza’ beschrijft historicus John Barry de dodelijke uitbraak van de Spaanse griep in 1918-1919. Barry bespreekt hoe in 1920 het griepvirus nog steeds een bedreiging was, ook al overleden er minder mensen aan de ziekte. Sommige wetenschappers concentreerden zich alweer op andere zaken. De beroemde patholoog William Henry Welch die het virus bestudeerde sprak zich hiertegen uit. Hij noemde het “beschamend” dat experts de uitbraak zo aan zich voorbij lieten gaan, zonder nog de onderliggende oorzaak van de ziekte te hebben achterhaald.
Het virus is ook nooit weggegaan. In 2009 beschreef Anthony Fauci samen met twee anderen hoe afstammelingen van het virus uit 1918 zorgden voor meerdere, latere epidemieën: die van 1957, 1968 en 2009. De griepvirussen die mensen jaar na jaar oplopen stammen allemaal direct af van hun voorouder uit 1918. Die uitbraak eindigde dus nooit echt.
2 Wat als er vaccinatiebewijzen komen?
In de zomer ontving Saartje Sanders haar pokkenbriefje. Daarmee verklaarde het Genootschap ter bevordering van de Koepok-Inenting in Rotterdam dat haar vaccinatie ‘geregeld is afgeloopen’. Saartje had nu een bewijs dat ze ingeënt was tegen de pokken. Kinderen moesten vanaf 1823 een pokkenbriefje hebben om naar school te kunnen. De overheid stelde vaccinatie voor schoolgaande kinderen vanaf dat jaar verplicht. De vaccinaties wierpen in de loop van de 19de eeuw hun vruchten af.
Toch volgde er in 1870 nog één grote pokkenuitbraak. De Wet op de Besmettelijke Ziekten van 1872 bepaalde vervolgens wederom dat kinderen zonder pokkenbriefje niet naar school mochten. In de praktijk bleek dat niet altijd even makkelijk. Schoolhoofden, burgemeesters en artsen moesten bewijzen uitschrijven, bijhouden en controleren. Maar hoe zat het met de administratie als kinderen later instroomden? En wat als het briefje kwijt was? Geneesheren klaagden ‘dat de vaccine-bewijzen of zogenaamde pokkenbriefjes (..) zo lastig en uitvoerig zijn ingericht’. Pokkenbriefjes zoals die van Saartje laten zien dat het niet eenvoudig is om goed werkbare vaccinatiebewijzen te maken voor de dagelijkse praktijk.
3 Wat als we een ziekte de wereld uit willen krijgen?
De eerste grootschalige vaccinatiecampagnes tegen de pokken in Nederland begonnen in de negentiende eeuw. In een besluit van 7 september 1814 schrijft koning Willem I ‘dat de nuttigheid der koepok-inenting zoo algemeen bekend is dat de zorg van het gouvernement voor het belang der ingezetenen strekken moet, in het gebruik van dat onschatbaar geschenk der Voorzienigheid, zoo veel mogelijk, te bevorderen.’ Het duurde tot 1953 voordat Europa pokkenvrij was. Maar de ziekte was niet overal weg. In Zuid-Amerika, Azië en Afrika bleef de pokken voor uitbraken zorgen.
In 1959 zette de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) alles op alles om met een grote vaccinatiecampagne de pokken definitief de wereld uit te krijgen. Door gebrek aan geld, personeel en middelen moest het uiteindelijk aankomen op een nieuw programma in 1967 om het voor elkaar te krijgen. De wereldwijde aanpak had uiteindelijk succes en één van de grootste prestaties in de internationale publieke gezondheidszorg was een feit: op 8 mei 1980, tijdens de 33ste World Health Assembly is de wereld pokkenvrij verklaard. Het toont het belang van een inclusieve bestrijding van een pandemie, net als de WHO nu met het Covaxprogramma beoogt.