Nederlandse wetenschappers spelen een belangrijke rol in het wereldwijde klimaatonderzoek. Op 22 februari jongstleden heeft het Nederlands Instituut voor Ruimteonderzoek SRON het nieuwe meetinstrument SPEXone overgedragen aan de NASA. In 2023 wordt het door hen gelanceerd als onderdeel van een klimaatsatelliet.
We weten natuurlijk allemaal dat de opwarming van de aarde primair wordt veroorzaakt door broeikasgassen zoals koolstofdioxide. Daarnaast spelen ook andere factoren een rol zoals in de atmosfeer rondzwevend fijnstof, de zogenaamde aerosolen. Soms hebben ze een natuurlijke oorsprong zoals woestijnzand, zeezout of vulkaanstof. Maar vaak ook hebben aerosolen een menselijke oorsprong zoals roet uit dieselmotoren of aangestoken bosbranden. Het is bekend dat deze aerosolen een klimaateffect hebben, maar er is nog veel onzekerheid hoe groot dit effect precies is. Hierdoor liggen de scenario's voor klimaatopwarming in 2100 wel twee graden Celsius uit elkaar. SPEXone moet het mogelijk maken om het effect van aerosolen op het klimaat veel nauwkeuriger te kunnen voorspellen.
Hoe kan het dat fijnstof een effect heeft op het klimaat? Hoe zit dat precies? Allereerst hebben al die kleine deeltjes in de atmosfeer een heel direct effect: ze kunnen het zonlicht dat op hen valt weerkaatsen of absorberen. Als ze het zonlicht weerkaatsen heeft dat een afkoelend effect; als ze het absorberen een opwarmend effect. Daarnaast is er een indirect effect: de aanwezigheid van aerosolen zorgt ook voor het ontstaan van wolken. Aerosolen bieden een kern voor waterdamp om te condenseren. Zo ontstaan hele kleine wolkendruppels die samen wolken vormen. Op hun beurt weerkaatsen de wolken weer het zonlicht, waardoor er een afkoelend effect optreedt.
Het totale effect van aerosolen is zeer waarschijnlijk dat ze helpen om de aarde af te koelen. Daarmee compenseren ze gedeeltelijk de opwarming van de aarde door broeikasgassen. De SPEXone moet meer licht laten schijnen op de onderzoeksvraag hoe groot die afkoeling precies is. De SPEXone is niet veel groter dan een bierkratje, maar de potentiële impact is enorm.
Amito Haarhuis, Directeur Rijksmuseum Boerhaave
Deze column verscheen op dinsdag 2 maart 2021 in De Telegraaf.