Het is heel moeilijk om meer te weten te komen over samenlevingen in de oude steentijd. Was er bijvoorbeeld sprake van een taakverdeling tussen mannen en vrouwen? Wie maakten kleding en sieraden? Wie gingen er op jacht?
Dankzij een nieuwe methode is het nu mogelijk om oeroud dna te isoleren uit objecten uit de steentijd, die gemaakt zijn van been of tanden. Een internationaal team van genetici en archeologen, waaronder de Leidse hoogleraar archeologie Marie Soressi, heeft dit onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.
Het voordeel van been- en tandmateriaal is dat het poreus is. Als je het materiaal veel aanraakt, kunnen er dna-fragmenten in achter blijven. Maar hoe krijg je het dna eruit? Normaal gesproken zou je het daarvoor kapot maken. Maar bij dit soort zeldzame objecten is het topprioriteit om ze helemaal intact te houden, zodat je ze ook kunt blijven gebruiken voor onderzoek naar hoe ze gemaakt of gebruikt zijn.
De onderzoekers ontwikkelden een methode waarbij ze de objecten in fosfaatbaden legden waarbij ze de temperatuur geleidelijk aan verhoogden, net zoals dat gebeurt in de wasmachine. Daarmee weekten ze het dna uit de objecten, waarna ze het konden analyseren.
Met de nieuwe methode onderzochten ze een hertentand met een gaatje erin die als hanger werd gebruikt. Deze hertentand was afkomstig uit een grot in Siberië. Hij is door de onderzoekers met gebruik van handschoenen en maskers uit de aarde gehaald, om besmetting met hun eigen dna te voorkomen. In de tand vonden ze oeroud dna van een vrouw die ongeveer 20.000 jaar geleden geleefd heeft. Dat betekent dat het sieraad door een vrouw gemaakt of gedragen is, of allebei.
Je kunt je voorstellen dat als er in de toekomst meer objecten uit de oude steentijd op deze manier onderzocht worden, er bepaalde patronen kunnen worden ontdekt. Zo gaan we meer te weten komen over de rol die individuen hebben vervuld in oude culturen.
Amito Haarhuis, Directeur Rijksmuseum Boerhaave
Deze column verscheen dinsdag 9 mei 2023 in De Telegraaf