Op 4 januari jongstleden overleed Nobelprijswinnaar Martinus Veltman op 89-jarige leeftijd. In 1999 ontving hij samen met Gerard 't Hooft de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor zijn baanbrekende werk naar het samenbrengen van twee van de vier fundamentele natuurkrachten.
In de theoretische natuurkunde speelt de Theorie van Alles een grote rol die de vier natuurkrachten (zwaartekracht, elektromagnetische kracht, zwakke kernkracht en sterke kernkracht) aan elkaar koppelt. Als bijzondere tussenstap hebben Veltman en 't Hooft de wisselwerking tussen de zwakke kernkracht en de elektromagnetische kracht (samen: de elektrozwakke kracht) op een wiskundige manier beschreven.
Om deze natuurkundige problemen te kunnen oplossen, was het nodig om er heel stevig aan te rekenen. Als je dat met de hand doet, is er een grote kans dat je fouten maakt. Daarom begon Veltman berekeningen met de computer te doen. In Rijksmuseum Boerhaave staat in de eregalerij voor Nederlandse Nobelprijswinnaars een door Veltman zelfgebouwde draagbare computer uit 1988, één van de eerste ooit gemaakt. Met deze computer kon Veltman behalve met getallen ook rekenen met wiskundige symbolen. Het draaide op een zelf ontwikkeld besturingssysteem: VSOS of Veltman's Simple Operating System. De computer had geen scherm; je moest gewoon inpluggen op je eigen werkplek. Hij ontwikkelde de computer toen hij al een aantal jaren in de Verenigde Staten woonde. In 1981 verruilde hij de Universiteit Utrecht voor de Universiteit van Michigan.
Veltman werkte aan het begin van zijn carrière een aantal jaren bij CERN in Genève, nu vooral bekend van de deeltjesversneller. Daar ontwikkelde hij al in 1963 een grensverleggend computerprogramma dat hij met zijn gevoel voor humor de naam SchoonSchip gaf. Het zou de basis vormen voor vele programma's die onderzoekers nu wereldwijd gebruiken. In de naam zat bewust twee keer de tongbreker 'sch', een plagerijtje richting zijn Amerikaanse collega's. Dit computerprogramma voerde hem uiteindelijk naar de Nobelprijs.
De zelfgebouwde computer in de eregalerij typeert Martinus Veltman als theoretisch natuurkundige. Hij was zeker geen studeerkamergeleerde. Hij vond dat de theorie en het experiment onlosmakelijk met elkaar samenhangen. De basis voor zijn liefde voor het experiment en meetinstrumenten werd al gelegd in zijn jeugd. Elektronica was een grote hobby van Veltman. Hij keek de kunst af bij de plaatselijke loodgieter. Iets wat zijn vader niet beviel. Hij is er wel ver mee gekomen.
Amito Haarhuis, directeur Rijksmuseum Boerhaave
Deze column verscheen op dinsdag 19 januari 2021 in De Telegraaf.
Draagbare computer M. Veltman, 1988 (collectie Rijksmuseum Boerhaave V34729)