Vorige week lanceerde de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA de ruimtesonde Europa Clipper om te gaan onderzoeken of de voorwaarden voor leven aanwezig zijn op de Jupitermaan Europa.
Jupiter heeft heel veel manen, maar vier van die manen kun je met een goede verrekijker of een eenvoudige telescoop al zien. Ze worden de Galileïsche manen genoemd, omdat Galileo Galilei ze voor het eerst zag in 1610. De manen zijn vernoemd naar de geliefden van de Romeinse oppergod Jupiter. Van binnen naar buiten zijn dit Io, Europa, Ganymedes en Callisto.
Wetenschappers hebben al decennialang bijzondere belangstelling voor de maan Europa die net iets kleiner is dan onze eigen maan. Onder een ijskorst van ongeveer twintig kilometer dik, ligt waarschijnlijk een ondergrondse oceaan van water die honderd kilometer diep is. En water is een belangrijke voorwaarde voor leven.
Vorig jaar al stuurde de Europese ruimtevaartorganisatie ESA de ruimtesonde JUICE op de Galileïsche manen af. JUICE zal zich vooral richten op Ganymedes en Callisto, en in mindere mate op Europa waar het slechts twee keer langs zal vliegen. En hoewel JUICE eerder gelanceerd is, zal hij later (in 2031) bij Europa aankomen dan Europa Clipper (in 2030). Bovendien zal Europa Clipper maar liefst 49 keer langs Europa vliegen waarbij de zoektocht naar buitenaards leven centraal staat.
Europa Clipper zal uitgebreid onderzoek doen aan het vloeibare water onder de ijskorst. Met een radarsysteem kan het ‘door de ijskorst heen kijken’. Ook zal het water worden onderzocht op de aanwezigheid van organische moleculen. De Hubble telescoop heeft eerder geisers op de maan waargenomen wat kan duiden op water dat door de ijskorst omhoog spuit. Met speciale instrumenten kan de chemische samenstelling van de ijskorst in kaart worden gebracht. Bevat het de bouwstenen voor leven?
Er zit ook een Nederlands tintje aan Europa Clipper. De enorme zonnepanelen die nodig zijn om op grote afstand van de zon voldoende zonlicht op te vangen, zijn gemaakt door Airbus Nederland in Leiden.
Amito Haarhuis, Directeur Rijksmuseum Boerhaave
Deze column verscheen dinsdag 22 oktober 2024 in De Telegraaf