Aan de Universiteit Leiden is een nieuw antibioticum ontwikkeld dat in de toekomst mogelijk een oplossing kan bieden in de strijd tegen infecties als gevolg van de zogenoemde ziekenhuisbacteriën (MRSA). Doordat deze bacteriën niet gevoelig zijn voor veel gangbare antibiotica, zijn ze moeilijk te bestrijden
Dit noemen we antibioticaresistentie, en het vormt een groot gevaar voor onze gezondheid. Naar schatting overlijden er wereldwijd ongeveer 100.000 mensen per jaar aan de gevolgen van infecties met antibioticaresistente bacteriën.
Als veel andere antibiotica niet werken, is het antibioticum vancomycine vaak het laatste redmiddel. Maar het heeft ook een aantal nadelen. Sinds de jaren 80 zijn ook steeds meer bacteriën resistent geworden tegen dit medicijn. Daarnaast heeft het als bijwerking dat er een kans is op nierschade. Leidse onderzoekers, onder leiding van hoogleraar biologische chemie Nathaniel Martin, zijn erin geslaagd om vancomycine aan te passen, waardoor het 100 tot 10.000 keer krachtiger wordt en ook minder schadelijk voor de nieren. Daarom wordt er in het persbericht de ronkende term ‘superantibioticum’ gebruikt. De resultaten zijn deze maand gepubliceerd in het medische vaktijdschrift Science Translational Medicine.
Een winstwaarschuwing is wel op zijn plaats. Tot nu toe is het experimentele medicijn alleen nog maar op muizen en ratten getest. Naar verwachting duurt het nog zeker twee tot drie jaar voordat het zal worden getest op mensen. Ook moet er nog een manier worden gevonden waarop het medicijn in grotere hoeveelheden kan worden geproduceerd. Daardoor kan het nog wel tien jaar duren voordat er een nieuw medicijn op de markt is.
Dat neemt niet weg dat het heel hoopgevend is dat er een nieuw kandidaatgeneesmiddel is ontwikkeld dat de potentie in zich heeft om levensreddend te zijn voor heel veel mensen. Een leuk detail is dat het antibioticum EVG7 heet, vernoemd naar promovendus Emma Van Groesen. En het was de zevende verbinding in een reeks die het beste bleek te werken. Ere wie ere toekomt.
Amito Haarhuis, Directeur Rijksmuseum Boerhaave
Deze column verscheen dinsdag 27 augustus 2024 in De Telegraaf