De Leidse Herman Boerhaave (1668- 1738) promoveerde in de medicijnen, was hoogleraar geneeskunde, scheikunde en botanie en bekleedde meer universitaire functies. Hij was de grootste medisch onderwijzer van zijn tijd, trok studenten uit heel Europa en introduceerde het regelmatige bezoek en de diagnose aan het ziekbed.
Praktijkles aan het ziekbed
Een belangrijk deel van Boerhaaves reputatie is gebaseerd op zijn lessen aan het ziekbed. In het gebouw van het huidige Rijksmuseum Boerhaave, het toenamlige armenziekenhuis Caecilia Gasthuis, huurt de universiteit namelijk twaalf bedden waarin ‘interessante’ zieken worden gelegd als onderwijsvoorbeeld voor de geneeskundestudenten. Boerhaave geeft daar twee keer per week les in hoe je patiënten ondervraagt en onderzoekt, en hoe je uit deze informatie een diagnose en een behandeling opstelt. Hij probeert de ziekteverschijnselen objectief te bekijken, los van zweverige theorieën. Boerhaaves manier van werken krijgt grote invloed in Europa, ook omdat sommige studenten zijn lessen optekenen en uitgeven.
Leermeester van Europa
De grootsheid van Boerhaave school in zijn talent om wetenschappelijke kennis van zijn tijd te ordenen en als een samenhangend en overzichtelijk universitair lesprogramma aan de geleerde wereld over te dragen. Daarom noemden zijn tijdgenoten hem de leermeester van Europa (communis Europae praeceptor). Boerhaave huldigde het principe dat alle wetenschappen gebaseerd moesten zijn op empirische fundament. De natuur, inclusief het lichaam, gehoorzaamt aan wetmatigheden en alle in de natuur aanwezige materie leren we kennen door empirie en onderzoek.