Ontdek de wereld van wetenschap

Rijksmuseum Boerhaave weerspiegelt vijf eeuwen wetenschapsgeschiedenis in Nederland en laat zien waar het in de wetenschap om draait: nieuwsgierigheid, lef, creativiteit en doorzettingsvermogen.

Neem een kijkje en ontdek de wereld van wetenschap en geneeskunde!

Begin met ontdekken
Begin met ontdekken

Ga zitten in ons Anatomisch Theater en reis mee door vijf eeuwen geschiedenis. Dit is een replica van het Anatomisch Theater van Leiden, gebouwd in 1594. Zo’n twee keer per jaar schonk de gemeente lijken van opgehangen criminelen voor anatomisch onderzoek. Die werden vervolgens ontleed op de snijtafel om te laten zien hoe de mens er van binnen uitziet.

De ontledingen vonden plaats in de winter, in verband met de snelle ontbinding van lijken bij warmer weer. In de zeventiende eeuw bouwde men prachtige rariteitenkabinetten rondom het theatrum anatomicum, zodat het publiek zich ook in de zomer kon verwonderen over mooie en exotische voorwerpen uit verre streken.

Dit Anatomisch Theater is het enige in Nederland. Het laat zien waar het in de wetenschap – en in Rijksmuseum Boerhaave – allemaal om draait: nieuwsgierigheid, lef, creativiteit en doorzettingsvermogen. Want iedere ontdekking van vandaag levert een vraag voor morgen.

Zelf het Anatomisch
Theater bewonderen?
Boek je ticket
Boek je ticket

Simon Stevin zette berekeningen om in land. Dankzij zijn watermolenontwerp kon nieuw land ingepolderd worden. Maar hij bedacht ook de zeilwagen waarmee notabelen onwaarschijnlijk snel (voor die tijd) over het strand scheurden.

Voor prins Maurits leidde hij militair ingenieurs op in de school voor Duytsche Mathematique. Hij introduceerde Nederlands als taal voor wiskunde-onderwijs. Woorden als 'wiskunde', 'langwerpig' en 'loodrecht' hebben we aan Stevin te danken.

Zo werkt de molen Goed gedaan, de polder is droog!

Blaas in de microfoon van je device en laat de wieken draaien. Zo pomp je de polder leeg!

Nu is er voldoende water de boezem ingepompt en is er weer een stukje land drooggelegd.


Helaas, dit spel kan niet gespeeld worden. Koppel een microfoon of update je browser.


Er lijkt een probleem met je microfoon te zijn.
Mogelijk helpt het als je je internet browser opnieuw opstart.


Start
Start
Meer weten over
water, stroom en data?
Boek je ticket
Boek je ticket

In het begin van de 19de eeuw ontdekte een arts bij toeval dat hij met een opgerold stuk papier naar het hart van een patiënt kon luisteren. Hij vond zo de allereerste stethoscoop uit. 

Innovaties hebben onze kennis over het hart sterk vergroot.  In 1924 kreeg de Leidse hoogleraar Willem Einthoven een Nobelprijs voor zijn elektrocardiograaf, waarmee hij de eerste hartfilmpjes (ECG) maakte. Plots konden artsen niet alleen naar het hart luisteren, maar konden ze ook zien hoe de hartslag verliep.

Tegenwoordig hebben we de MRI-scanner voor een totaalbeeld, inclusief dwarsdoorsneden. Onlangs is een bijzondere technologische innovatie ingezet om een complexe hartoperatie uit te voeren. Het hart van de drie maanden oude baby Jasmijn werd op basis van beelden van een scanner 3D geprint, zodat de arts van het LUMC de operatie vooraf tot in detail kon voorbereiden. Hierdoor ging er in de operatiekamer geen kostbare tijd verloren.

Vraag: Weet jij hoe een gezond
hart klinkt?

Luister naar de voorbeelden en klik het geluid van het gezonde hart aan.


Begin met luisteren
Begin met luisteren
1
2

Helemaal goed!

Zo klinkt een gezond hart. Het andere hart heeft een verkalkte hartklep.

Helaas, dit is niet correct!

Dit hart heeft een verkalkte hartklep. Het andere hart is gezond.

Meer weten over
ziekte & gezondheid?
Boek je ticket
Boek je ticket

Als zoon van een dominee was de Zweedse Carl Linnaeus voorbestemd om theologie te studeren. Maar zijn interesse in de natuur was te sterk. Na een medicijnenstudie en een opdracht om de natuur in Lapland in kaart te brengen, reist hij af naar Nederland om te promoveren aan de universiteit in Harderwijk. In Nederland ontmoet hij onder anderen Herman Boerhaave en publiceert hij Systema naturae; het boek dat de grondslag vormt voor het systematisch ordenen van de natuur.

Een opzienbarend aspect van Linnaeus' werk was dat hij voor het indelen van planten uitging van kenmerken van de voortplantingsorganen: de stampers en meeldraden. Het classificeren van planten op basis van de bloemen was niet nieuw, maar Linnaeus ging verder door alleen de voortplantingsorganen te gebruiken als de basis van zijn systeem, en daarbij expliciete seksuele termen te gebruiken, in een tijd dat het spreken over seksualiteit een taboe was.

In 1753 publiceert Linnaeus zijn tweede belangrijke boek: Species plantarum. Dit werk beschrijft alle op dat moment bekende plantensoorten, zo'n zesduizend. Elke soort kreeg behalve een geslachtsnaam ook een soortaanduiding, ook bij geslachten die maar uit één soort bestonden. Een op het oog eenvoudige, maar in de praktijk revolutionaire verandering.

Linnaeus deelde in Systema naturae de mens in bij de zoogdieren. Daarmee brak hij met het idee dat de mens boven de natuur verheven is en er geen deel van uitmaakt. Hoewel Linnaeus er zelf ook moeite mee had om de mens bij de dieren in te delen, en hij zich realiseerde dat hij een storm van kritiek over zich afriep (vooral van theologen), kon hij niet anders vanwege de door hemzelf geformuleerde wetenschappelijke redenen.

Kan jij ordenen zoals Linnaeus?

Kan jij snel raden welk dier of plant er niet bij hoort op basis van de classificering van Linnaeus?


Probeer opnieuw
Probeer opnieuw
Helaas!
Dit is niet goed.
Helaas!
Dit is niet goed.
Probeer opnieuw
Probeer opnieuw
Helaas!
Dit is niet goed.
Helaas!
Dit is niet goed.
Probeer opnieuw
Probeer opnieuw
Helaas!
Dit is niet goed.
Helaas!
Dit is niet goed.
Probeer opnieuw
Probeer opnieuw
Helaas!
Dit is niet goed.
Helaas!
Dit is niet goed.
Probeer opnieuw
Probeer opnieuw
Meer weten over
het ordenen van de natuur?
Boek je ticket
Boek je ticket

Het geocentrisch wereldbeeld, waarbij alles in het universum letterlijk om de aarde draait, was eeuwenlang de overheersende opvatting. De mens is immers zo speciaal dat het niet anders kan of de aarde en zijn bewoners vormen het middelpunt. Daarnaast voel je de aarde ook niet draaien, dus er was ook geen reden om anders te denken.

In de 16de eeuw presenteert Nicolaus Copernicus een model van de kosmos waarin niet de aarde, maar de zon centraal staat. Dit heliocentrische systeem gooit het heersende wereldbeeld omver. Want hoe speciaal zijn we nog als wij niet het middelpunt vormen? En wat klopt er nog meer niet aan de traditionele opvattingen over de mens, de wereld en de kosmos?

Het veranderende wereldbeeld zet mensen aan om verder te denken en te kijken. Een van de belangrijkste Nederlandse wetenschappers die dat letterlijk en figuurlijk in de praktijk brengt is Christiaan Huygens (1629-1695). Hij levert belangrijke bijdragen aan de wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde. Veel van zijn uitvindingen en instrumenten zijn in Rijksmuseum Boerhaave te zien.

In 1656 kijkt Huygens door zijn zelfgebouwde telescoop, legt de schetsjes van een maand naast elkaar en concludeert dat de planeet Saturnus een ring om zich heen heeft. Zo had tot dan toe nog niemand er naar gekeken. Eerder ontdekte hij al de maan van Saturnus: Titan.

De grote sprongen die de wetenschap in de 17de eeuw maakte, legden de basis van vandaag. De fascinatie van Christiaan Huygens voor de kosmos kennen wij nog steeds. Met ruimtesondes bestuderen we verre planeten nu ook van dichtbij. Onlangs eindigde de Cassini-Huygens missie, waarmee de NASA gedurende dertien jaar Saturnus en zijn manen nauwkeurig in kaart heeft gebracht. 

Meer zien van de ontdekkingen in de Gouden Eeuw?
Boek je ticket
Boek je ticket

Nederland is een kennisland. Albert Einstein, grootste natuurkundige aller tijden, hield van Nederland en van de stad Leiden in het bijzonder. Hij kwam jaarlijks als gasthoogleraar aan de Leidse universiteit een maand over uit het roerige Berlijn. In Nederland ontmoette Einstein collega’s op topniveau, onder wie Lorentz, Kamerlingh Onnes en De Sitter. Einstein logeerde meestal bij zijn boezemvriend Paul Ehrenfest.

Ons land kent maar liefst 21 Nobelprijswinnaars. Een beroemde is Kamerlingh Onnes, die onderzoek deed naar de eigenschappen van materie bij extreme kou. Met een temperatuur van -269 °C maakte hij helium vloeibaar. Niko Tinbergen kreeg een Nobelprijs voor zijn dieronderzoek. Hij vond een verklaring voor de ‘danstaal’ van bijen en de fixatie van jonge vogels op hun ouders.

Wetenschappers zien de dingen vaak net even anders. Ze willen weten hoe iets werkt, hoe het zit. Ze nemen niets voor lief en blijven altijd vragen stellen. Hun verhalen getuigen van een gepassioneerde en intrigerende zoektocht die altijd de moeite waard is en soms leidt tot ontdekkingen van onschatbare waarde.

De meest recente Nederlandse Nobelprijswinnaar is Ben Feringa van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij bouwde nieuwe moleculen en paste ze toe in nano-motortjes.  Zijn grote wens is deze techniek in de geneeskunde toe te passen. In het museum vertelt hij over zijn inspiratie, die terug gaat op Nobelprijswinnaar Van ’t Hoff. Die was destijds, net als Feringa nu, continu op zoek naar nieuwe oplossingen.

Meer weten over
grote vragen van de wetenschap?
Boek je ticket
Boek je ticket

Zoek op