Historische reünie preparaten en microscoop van Antoni Van Leeuwenhoek
Microscopische preparaten van Antoni van Leeuwenhoek uit de zeventiende-eeuw, waaronder een oogzenuw van een koe, zijn in Rijksmuseum Boerhaave tijdelijk herenigd met diens originele microscopen. Doel van deze reünie is om te achterhalen wat Van Leeuwenhoek 350 jaar geleden zag toen hij door zijn microscopen keek. Wetenschappers hopen zo een beter inzicht te krijgen in Van Leeuwenhoeks werkwijze. Ze zetten hiervoor de modernste fotografische technieken in.
Kurkpreparaat, gefotografeerd door de originele van Leeuwenhoek microscoop met door vallend licht, dat dichtbij de waarneming van Van Leeuwenhoek zelf komt. Typerend voor de lensjes van Van Leeuwenhoek zijn de wat onscherpe randen van het beeld. In zijn brief van 1 juni 1674 aan de Royal Society schrijft hij hoe hij zeer kleine delen van een kurk heeft gesneden met een scherp scheermesje.
Kruk, getekend door Robert Hooke (Micrographia, 1665)
Antoni van Leeuwenhoek leerde hoe en wat te zien door een microscoop door zijn eigen waarnemingen te vergelijken met de gedrukte beelden van Robert Hooke’s Micrographia: or some physiological descriptions of minute bodies made by magnifying glasses with observations and inquiries thereupon.
De tekeningen uit de 17de eeuw en fotografie uit de 21ste eeuw
Van Leeuwenhoek liet kunstenaars zijn waarnemingen met precisie uittekenen. Nu heeft de bekende micro-fotograaf Wim van Egmond de modernste digitale technieken ingezet om te laten zien wat Van Leeuwenhoek destijds zag. Hij heeft ieder preparaat door de lens van een originele Van Leeuwenhoek microscoop gefotografeerd. Behalve foto’s heeft Van Egmond ook filmbeelden gemaakt die de preparaten stukje voor stukje ‘afspeuren’ - zoals Van Leeuwenhoek zelf ook de wonderen van de microwereld aan zich voorbij moet hebben zien trekken. Door de opnames te vergelijken met de brieven die Van Leeuwenhoek aan de Royal Society schreef, hoopt een team internationale experts een beter inzicht te krijgen in Van Leeuwenhoeks baanbrekende waarnemingen en zijn gebruik van kunstenaars om de microscoopbeelden vast te leggen.
Het gezamenlijke onderzoeksproject wordt geleid door Sietske Fransen (Bibliotheca Hertziana – Max Planck Institute for Art History) en Tiemen Cocquyt (Rijksmuseum Boerhaave). Het is een samenwerking tussen University of Cambridge en The Royal Society in het Verenigd Koninkrijk, Rijksmuseum Boerhaave, Nederland en Bibliotheca Hertziana – Max Planck Institute for Art History, Italië.