Nieuw onderzoek laat zien: Antoni van Leeuwenhoek zette concurrenten op dwaalspoor
Terug naar Verhalen over de collectie
Een microscoop die Antoni van Leeuwenhoek gebruikte voor baanbrekend onderzoek bevat een verrassend gewone lens. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Rijksmuseum Boerhaave en de TU Delft. Het resultaat is opmerkelijk, omdat Van Leeuwenhoek (1632-1723) andere onderzoekers wijs maakte dat zijn instrumenten uitzonderlijk waren. Daardoor is er meer dan driehonderd jaar gespeculeerd over zijn lenzenmaakmethode.
Eerder onderzoek in 2018 toonde al aan dat een deel van Van Leeuwenhoeks microscopen, doorsnee, geslepen lenzen bevatte. Nu hebben de onderzoekers een bijzonder sterk vergrotend exemplaar onderzocht, uit het Universiteitsmuseum Utrecht. Daarin zat weliswaar een ander type lens, maar tot ieders verrassing betrof het een reeds bekende lenzenmaakmethode.
Baanbrekend maar geheimzinnig
Met zijn microscopen zag Antoni van Leeuwenhoek een nieuwe, kleine wereld waarvan niemand het bestaan ooit had vermoed. Als eerste nam hij eencellige organismen waar en daarom wordt hij de vader van de microbiologie genoemd. Zijn observaties waren ongeëvenaard en bleven dat tot meer dan een eeuw na zijn dood.
Tijdgenoten waren nieuwsgierig naar de lenzen waarmee Van Leeuwenhoek zijn verbazingwekkende prestaties leverde. Maar Van Leeuwenhoek deed geheimzinnig en suggereerde dat hij zijn lenzen op een heel eigen manier maakte. Dat was onzin, in ieder geval wat de Utrechtse lens betreft. Dat werd duidelijk toen de onderzoekers van Rijksmuseum Boerhaave en de TU Delft de Utrechtse microscoop onderwierpen aan zogenoemde neutronentomografie: het instrument werd bij het Reactor Instituut Delft in een neutronenbundel geplaatst en dat leverde een driedimensionaal beeld op van de binnenkant ervan.
Het beeld maakte duidelijk dat Van Leeuwenhoek de lens had gemaakt op een indertijd bekende manier. Die methode was in 1678 beschreven door een andere invloedrijke microscopist, de Brit Robert Hooke, die daarmee andere onderzoekers had beïnvloed. Mogelijk keek ook Van Leeuwenhoek de methode van hem af. De nieuwe ontdekking is ironisch omdat juist Hooke heel nieuwsgierig was naar Van Leeuwenhoeks ‘geheime’ werkwijze.
Drie eeuwen later
Dat de onderzoekers van Rijksmuseum Boerhaave en de TU Delft pas drie eeuwen na Van Leeuwenhoeks dood achterhaalden wat voor lenzen hij gebruikte, heeft behalve met zijn geheimzinnigheid ook te maken met de bouw van zijn microscopen. Die bevatten een enkel lensje, gevat tussen metalen plaatjes met gaatjes ter hoogte van de lens, zodat Van Leeuwenhoek erdoorheen kon kijken.
Door de plaatjes is de vorm van de lens onzichtbaar en om die te onderzoeken, zou de microscoop uit elkaar moeten worden gehaald. Dat is ondenkbaar want daarvoor zijn de instrumentjes veel te zeldzaam en historisch waardevol. Vandaar dat de onderzoekers gebruik maakten van de nieuwe techniek van neutronentomografie om een intacte microscoop van binnen te bekijken.
De lens in de Utrechtse microscoop, die 266 keer vergroot en een bijzonder scherp beeld geeft, is opvallend rond, zo was bij dit onderzoek te zien. Hij is hoogstwaarschijnlijk gemaakt door een dun glazen staafje in vuur te houden, waardoor het einde opkrult tot een bolletje, dat vervolgens van de staaf werd gebroken. Dat leverde een gladde lens op; gladder dan een geslepen lens. De gesmolten lens kreeg wel een klein ‘litteken’, op de plek waar het bolletje ooit aan de staaf vastzat. Zo’n litteken bleek de Utrechtse lens ook te hebben.
Door het onderzoek vervalt een alternatieve theorie. Die hield in dat Van Leeuwenhoek voor zijn Utrechtse lens eerst een glazen bol blies, en zorgde dat in de bodem daarvan een verdikking ontstond. Die verdikking zou hij vervolgens hebben bewerkt tot lens. Op die manier zou hij een redelijk platte lens hebben gekregen, terwijl nu is gebleken dat het Utrechtse exemplaar juist rond is.
De lens waarover in 2018 al duidelijkheid was gegeven, afkomstig uit Rijksmuseum Boerhaave, was platter dan de Utrechtse. Dat komt doordat hij geslepen is, zoals indertijd heel gebruikelijk was. Van Leeuwenhoek boekte zijn uitmuntende resultaten dus met opvallend gewone, geslepen of gesmolten lenzen.
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in Science Advances.